Startpagina??? > ???Gastschrijvers??? > ???

Thijs Vervloet - Mijn tiende Omloop



Ik had goed getraind, het weer was perfect, dus niets stond een nieuwe deelname aan de Omloop van Goeree en Overflakkee in de weg. De organisatie had de start en finish verplaatst van de Plaat naar Meneerse. Daarmee hoopte men nieuw leven in het spektakel te pompen. Met vierhonderd deelnemers aan het lange traject van honderd en tien kilometer was het inderdaad gelukt om de stijgende lijn weer te pakken te krijgen. Ruim voor de start was ik al aanwezig in Meneerse om druk weekendverkeer naar Zeeland en bijkomende files te vermijden. Ook wilde ik tijdig de nieuwe startplaats verkennen. Na het afhalen van het startnummer zag ik verscheidene deelnemers gekleed in korte broeken. Ik zwichtte daar ook voor, maar de lange broek ging wel mee in mijn rugzakje. Je weet maar nooit. In de Plaat was de start altijd erg rommelig, want er werd maar mondjesmaat achter de startstreep plaatsgenomen. Toen de speaker in Meneerse herhaaldelijk sommeerde om achter de startstreep plaats te nemen, koos ik eieren voor mijn geld en gaf er schoorvoetend gehoor aan. Het gevolg was dat ik in het achterveld startte en veel langzame wandelaars moest inhalen. De echt snelle mensen waren er meteen tussenuit gepiept. Na vijf kilometer had ik een goed overzicht op wat er zich nog voor mij bevond. Ik telde twee??ntwintig mensen, dus de slechte start was ruimschoots goedgemaakt. De snelle mensen zie je nooit meer terug, maar dat geeft niet, want het eigen tempo is belangrijker. Bij vorige edities was dit altijd het donkere gedeelte van de avond, waarbij je het idee kreeg dat je in een tunnel liep. Nu ging er een wereld voor mij open. Ik zat al snel op de hoogte van Hellevoetsluis, en kon de dam met autoverkeer in de verte waarnemen. Ruim voor Stellendam viel de duisternis in, en er ontplooide zich een mooie sterrenhemel. Ik verbaasde mij over medewandelaars die jasjes aandeden tegen de kou. Ik stelde deze wijziging aan mijn tenue uit, omdat ik geen kou voelde. Uiteindelijk zou ik de hele wandeling uitvoeren in sportshirt en korte broek. In Stellendam zag ik een familie aan de kant staan met een aanmoedigingsbord. Bij het voorbijlopen vertelde ik dat ze mijn naam verkeerd op het bord hadden geschreven, want ik heette natuurlijk geen Kees. De hele familie barstte uit in een gulle lach, waarna werd uitgekeken naar hun Kees. Bij de vismijn in Stellendam zag ik veel mensen die zitten gingen. Ik ben na twee colaatjes gedronken te hebben gelijk doorgegaan. Voor onderweg nam ik twee broodjes en een banaan mee. Na Goedereede boog het duinpad al snel af naar het strand, eerder dan bij vorige edities. Het strand was redelijk te doen, al moest je het harde looppad wel met een zaklamp opzoeken. Op het strand hadden we goed zicht op de Maasvlakte en de rede voor de Nieuwe Waterweg. De horizon werd opgelicht door vier vuurtorens. Met een zucht van verlichting ging ik van het strand af, blij dat ook dit er weer op zat Via een fietspad in de duinen ging de wandeling verder richting de vuurtoren van Ouddorp. Dat stuk liep heel wat gemakkelijker dan het strand. De schuur Westhoeve was reeds van verre te zien, maar moest met een grote boog worden aangesneden. Daar aangekomen wilde ik gelijk scannen. Dan was dat in ieder geval gebeurd. Ik was om 11.45 uur gearriveerd, maar het scannen zou pas om 11.58 beginnen, dus mijn plan om onderweg de warme maaltijd op te eten ging gelukkig niet door. De snelle jongens had ik weer bijgehaald, dus had ik alle tijd om alles naar binnen te werken. Daarna ging ik op pad richting Ouddorp Haven, waar mijn maag licht protesteerde. Na een beker koffie zette ik koers richting de ingang van de Slikken, waarbij in vorige edities altijd de dag aanbrak, maar waar het nu nog goed donker was. De koffie deed wonderen, want mijn maag stopte met zijn protest. Erg vreemd was het om in een denkbeeldige tunnel in het donker naar de slikken te lopen, maar ja alles went. De Slikken zijn voor de Omloop niet meer wat zij geweest zijn in vorige edities, want een keurig fietspad maakt nu een snelle, gemakkelijke doortocht mogelijk. Na de Slikken werd koers gezet richting Herkingen, waar de helft van de tocht werd overschreden. Daar had ik acht uur en veertig minuten over gedaan. Bij de trainingen had ik er negen uur en vijftien minuten voor nodig gehad, en dat op een goed wegdek. Ik verbaasde me dus wel over deze prestatie. Nog steeds in het duister werd Herkingen ge??nterd, maar daar bleef ik niet lang hangen. De koers werd uitgezet naar de hoek van Sint Jaepe, waarbij de duisternis mij gelukkig het uitzicht op de eindeloze rij windmolens ontnam. Tijdens dit traject kreeg ik fijne druppeltjes op mijn dakpan, maar onder de noemer ???gewoon vochtige lucht??? wandelde ik verder. Ik zou nog tweemaal zo'n minuscuul buitje te verwerken krijgen, dus peanuts ten opzichte van de mindere voorspellingen. Het laatste broodje ging maar moeilijk door mijn keel, maar bij de hoek van Sint Jaepe lag weer een overheerlijke pannenkoek op me te wachten. Op de route naar Oude Tonge ging ik over op koolhydraten, pasta uit een tube, om mijn energie op peil te houden. De energierepen wilden niet gemakkelijk meer, dus moesten bananen het verder mogelijk maken. Richting Galathese Haven ging het niet geweldig meer, maar ik kwam nog steeds vooruit. De dag brak aan met een zwaar wolkendek boven mij. De vorige middag had ik de buienradar geraadpleegd en deze gaf buien op tussen 08.00 en 11.00 uur. Gelukkig zat deze voorspelling er naast, zodat het bij het voorgaande gedruppel bleef. Tijdens dit traject haalde ik iemand in die af en toe aan het joggen was. Deze jongeman had mij ingehaald op het strand, maar ook daar had ik gezien in het schijnsel van mijn zaklamp dat hij een stukje voor mij begon te joggen. Hij zette zijn voet bij het wandelen plat op de grond en rolde dan naar voren af. Ik vroeg hem of hij last had van zijn kuiten, waarop hij bevestigend reageerde. Ik gaf hem het advies om zijn hak op de grond te zetten en dan af te rollen. Bij de Galathese Haven dronk ik een beker koffie en at ik een banaan, waarna ik richting de Plaat liep. Daar zou ik soep krijgen. Het traject tussen Galathese Haven en de Plaat is voor mij altijd een moeilijk stuk, omdat de krachten dan op het nulpunt zijn gedaald, en beneden aan de dijk de wind totaal wegvalt. Omdat de vochthuishouding dan niet meer perfect is, loopt je lichaamstemperatuur op, zeker als daarbij de zon overvloedig schijnt. Ook staat op dit traject een windmolenrij waar geen eind aan lijkt te komen, dus voor mij is dit altijd een moeilijk en vervelend stukje. Alsof er niets aan de hand was slechtte ik echter deze psychische barri??re. Op het Fort in de Plaat was er een bordje lekkere soep. Op dit punt had ik afgesproken om mijn zoon Sascha te bellen, zodat deze zich kon voorbereiden op mijn stormloop naar Meneerse. Sascha had zijn vrije dag en lag nog op bed. Hij moest duidelijk wennen aan mijn vroege aankomst. De prognose van de eindtijd was op dat moment vijf over een, berekend op basis van de gemiddelde snelheid tot nu toe. Op dat moment voelde ik mij prima, dus bij een hogere dan de gemiddelde snelheid zou ik vroeger aankomen. Ik had zelf een eindtijd van vijf over half een in gedachten, maar daarna kwam de lang verwachte dip. De vermoeidheid sloeg toe. Misschien viel ook de soep verkeerd. Vanaf dit punt ging het niet meer vanzelf, en moest er geknokt worden. De zon brak overvloedig door en de temperatuur steeg. Mijn familie had aangegeven dat een verjaardag mijn support onmogelijk maakte. Op het traject naar het westen stak een flinke wind op, een extra hindernis. Bij Den Bommel liep ik de dochter van mijn nicht mis, dus was en bleef ik volledig op mezelf aangewezen. Op Den Bommel nam ik bouillon en banaan, waarna het richting Stad ging. Gelukkig liepen we in Stad niet langs het sluisje met zijn op dat moment onmogelijke trapjes. Weer nam ik koffie en banaan, en toen een, twee, drie in godsnaam op naar Meneerse. Al van verre kon ik het havenhoofd ontwaren, maar de meters gingen maar traag onder mij door. Op dit traject liep ik volop in de stevige wind, dus bellen dat ik wat later was zat er tijdens het wandelen niet in. In de luwte van de bomen op het havenhoofd belde ik mijn zoon en schoonzoon Maarten, dat ik in Meneerse was aangekomen. Ik vertelde dat ik geweldig liep te knokken, en dat ik wel een beetje support kon gebruiken. Zij besloten daarop om mij tegemoet te wandelen, wat mij zeker verlichting zou geven. Ik zag ze al van verre aankomen, waardoor ik bijna vanzelf iets lichter ging lopen. Na de verwelkoming merkte mijn zoon op dat ik er beter uit zag dan het jaar ervoor, wat logisch was gezien de dip die ik toen had gehad. Op de vraag hoe ik mij voelde, besloot ik te antwoorden op de wijze zoals mijn nicht Henny dat altijd deed: "buutengeweun". Samen liepen we het laatste stukje naar de finish, waar ik de laatste scan onderging. Bovenop het podium kreeg ik behalve de jaarlijkse medaille een zilveren speld voor de tiende deelname. Vanaf nu hoor ik tot het elite groepje van de zilveren spelddragers van de Omloop. De eindtijd was uiteindelijk achttien minuten over een, hetgeen een verbetering is van mijn PR. Ik heb er achttien uren en achttien minuten over gedaan. Ik zal deze prestatie koesteren naast al die andere verrichtingen in eerdere edities, want het zou zo maar mijn laatste deelname kunnen zijn. Onderweg naar huis was de glimlach van mijn toet niet weg te krijgen.